Bio

KATHLEEN AMANT (°Aalst - 1969) is auteur en illustrator van bijna tweehonderd prentenboeken voor jonge kinderen. Anna en Heksje Mimi zijn haar bekendste figuren. Er zijn maar weinig gezinnen in Vlaanderen die geen Anna-boek in huis hebben. Kathleen verkocht al meer dan 1 miljoen boeken in het Nederlandse taalgebied. Vertalingen van haar werk vind je in Italië, Denemarken, Kroatië, China, Spanje, de VS, Canada, Indonesië, Zweden, Finland, Oekraïne en enkele Arabisch-talige landen.

Wilde je al vroeg schrijver worden?

“Ik kreeg de liefde voor boeken mee via mijn grootvader. Hij ging met mij naar de bib toen ik in het eerste leerjaar leerde lezen. Ik las zowat de hele kinderbibliotheek uit in Aalst. Toen al besloot ik om later schrijver en tekenaar te worden.”

Welke boeken las je toen graag?

“Ik kreeg ‘Sjakie en de chocoladefabriek’ als cadeau toen ik acht werd, mijn mooiste verjaardagsgeschenk ooit. Ik las ook graag ‘Jip en Janneke’, de boeken van Richard Scarry, Mariëtte Van Halewijn, Thea Beckman, Roald Dahl, Jan Terlouw… En ik was gek op de tekeningen van Jaklien en Lie Schatteman, zoals iedereen in die jaren.”

banner
0

boeken verkocht in Vlaanderen en Nederland

0

boeken verkocht wereldwijd

0

verschillende titels

Wanneer schreef je je eerste boek?

“Op mijn zevende schreef ik 'Peter en Bart doen aan sport'. Mijn vader tikte het boek uit in drievoud en bond het mooi samen in een rode omslag. Er was plaats uitgespaard voor tekeningen. Maar omdat ik vond dat ik nog niet goed genoeg kon tekenen, stelde ik die klus steeds uit. En ook nu staan er nog altijd geen tekeningen in.”

En wanneer heb je je tekentalent dan ontdekt?

“Als kind tekende ik elke dag. Ik herinner me dat ik als kleuter een keertje heel boos was omdat ik alle haren van mijn enige penseel had weggeschilderd. Ik wou dat mijn ouders een nieuw voor me gingen kopen. Maar omdat het zondag was, waren de winkels niet open.”

En je eerste ‘echte’ boek?

“Dat schreef en tekende ik in Griekenland. We waren er met vakantie, mijn man en ik en onze zoontjes van 4 en 2 jaar. Ons dochtertje zat nog in mijn buik. Terwijl mijn jongste zoontje sliep in de hotelkamer, tekende ik op het terras een eerste keer Anna in mijn schetsboek. Eigenlijk tekende ik een meisje zoals ik dacht dat mijn dochter eruit zou gaan zien. Na twee blonde jongetjes dacht ik dat ik een donkerharig meisje zou krijgen met sluik haar, net als haar mama. Maar mijn dochter was even blond als haar broertjes en had bovendien ook nog krullen. Maar zo is Anna geboren. Die vakantie scheef ik twee verhalen, op dat terras met zicht op zee. Die twee verhalen waren de twee eerste Anna-boeken, die werden uitgegeven door Clavis: ‘In bad’ en ‘Ik wil mijn tuutje’.”

Hoelang werk je aan een boek?

“Die vraag krijg ik heel vaak maar ik kan er niet op antwoorden. Ik werk meestal aan een paar boeken tegelijk. Het ene zit al in de inkleurfase, aan het andere ben ik aan het schetsen, het derde zit in de schrijffase terwijl het vierde vorm krijgt in mijn hoofd.” 

Waar doe je de inspiratie voor het boeken op? 

“Door te luisteren naar ouders en leerkrachten of door kinderen te observeren, krijg ik nieuwe ideeën. Ik lees ook veel over de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. En ook de maatschappij verandert, waardoor zich soms nieuwe thema’s aandienen.” 

Heb je speciale studies gevolgd om auteur te worden?

“Ik was een dagdromer in de klas. In de humaniora in Aalst volgde ik Latijn-Wetenschappen maar ik was maar een matige student. Net genoeg punten behalen om te kunnen overgaan naar het volgende jaar, dat was mijn sterkste ‘vak’. Daarna studeerde ik grafische vormgeving aan de kunstacademie in Gent.”

Een goed peuterboek, wat is dat?

“Dat moet zich eerst en vooral afspelen in de leefwereld van jonge kinderen. Boeken voor peuters moeten eenvoudig zijn. Je moet dus heel erg naar de essentie gaan, zowel in tekst als in je tekeningen. Vele illustratoren vinden dat moeilijk. Wat ik begrijp: ze hebben veel fantasie en willen die ook graag op papier zetten.” 

Welk van je boeken maakt je het meest trots?

“Meestal het nieuwste. Bij elk boek denk ik dat ik een meesterwerk heb gemaakt. Maar na een paar maanden daalt de realiteit neer en vind ik het niet meer perfect. Dan zou ik het weer beter willen maken. Maar dat gaat niet, dus begin ik dan maar aan weer een nieuw boek. En zo gaat dat almaar door.” 

Heb jij vreemde gewoontes? 

“Als de doos met de eerste druk van een boek thuis wordt afgeleverd, dan durf ik die niet open te maken. Dan staat ze vaak drie weken ongeopend in de gang. Alsof ik bang ben van de imperfectie. Bang dat er een fout in staat of dat ik het niet helemaal goed zal vinden.” 

Welke tip heb je voor mensen die ervan dromen auteur of illustrator te worden?

“Werk hard. Teken elk dag. En elke dag opnieuw en opnieuw. En… kill your darlings. Want schrijven is schrappen. En nog een tip: ga je werk testen in een klas. Als je daar de hele groep mee hebt, dan zit je goed.” 

Ben je na bijna tweehonderd boeken nog niet uitgeschreven en uitgetekend?

“Ik hoop dat ik kan doorgaan tot ik erbij neerval. Net zoals Dick Bruna en Thé Tjong King.”

Bio
Bio
Bio

Podcasts

1
De klas van Juf Sara #2 Kathleen Amant op bezoek